INHOUD 2. Rijm 3. Rijmschema's 5. Strofenbouw 6. Stijlfiguren 7. Beeldspraak: vergelijking en metafoor |
THEORIE - BEELDSPRAAK: VERGELIJKING en METAFOOR Je kunt taal letterlijk en figuurlijk gebruiken. Zie je in de tuin een lijster bezig met het kapotslaan van een slakkenhuis om de slak te pakken te krijgen, dan kun je zeggen: "Dat is een slimme vogel". Je bedoelt dan letterlijk dat de vogel slim is. Je kunt hetzelfde zeggen van een buurjongen die heel goed is in het oplossen van computerproblemen. Dan bedoel je niet dat hij een vogel is: je gebruikt de uitdrukking figuurlijk. Je gebruikt bij figuurlijk taalgebruik altijd beelden, waarmee je duidelijk maakt wat je bedoelt. dit noemen we beeldspraak. Je kunt een vergelijking maken met de woorden als of zoals of van. Dan spreken we van een vergelijking. Je noemt dan twee dingen die met elkaar vergeleken worden, ook wel object en beeld genoemd. In onderstaande voorbeelden is de zon het object dat wordt vergeleken met het beeld 'gouden bol'. Bijvoorbeeld:
Bij beeldspraak worden vaak twee dingen met elkaar vergeleken, zoals de zon (object) en een gouden bol (beeld) in het voorbeeld hierboven. Je kunt ook twee dingen vergelijken, maar vervolgens alleen het beeld opschrijven. Dan gebruik je geen woorden zoals als, zoals en van. We spreken dan van een metafoor. Om het verschil te laten zien tussen een vergelijking en een metafoor, staan hier een paar voorbeelden: Vergelijking: Als zwarte vogels verschenen de vijandelijke bommenwerpers aan de hemel. Vergelijking: De sneeuwlucht hing als een grauwe deken over het land. |