INHOUD 2. Rijm 3. Rijmschema's 5. Strofenbouw 6. Stijlfiguren |
THEORIE - ALGEMENE INFORMATIE Gedichten herken je meteen aan de vorm; op de bladzijde is veel wit: De regels worden Sommige gedichten hebben rijm, andere niet. Als dichter ben je vrij in die keuze, er zijn geen voorgeschreven regels. Dat geldt ook voor andere zaken. Dichters mogen zinnen afbreken wanneer ze willen, wel of geen leestekens neerzetten en zelf weten wanneer ze een witregel gebruiken. Maar het is niet zo, dat ze zomaar iets doen: over al die zaken denken ze heel goed na. Een gedicht is eigenlijk een soort schilderij in taal. Als het goed is, vormt het een gaaf geheel. Dichters proberen hun taal op een bijzondere manier te gebruiken, op een andere manier dan je gewend bent. Ze laten je ook vaak op een onverwachte manier naar de werkelijkheid kijken. Ze zetten je op die manier aan het denken. Gedichten kunnen over allerlei onderwerpen gaan en ze kunnen heel verschillend van toon en bedoeling zijn. Sommige gedichten zijn heel serieus, andere grappig of juist heel droevig, sommige willen je een wijze les leren, andere beschrijven alleen maar een belevenis. Meestal ligt de nadruk in gedichten op gedachten en gevoelens. Teksten in dichtvorm noemen we ook wel poëzie, teksten in verhaalvorm proza. |