Poëzieweek

INHOUD

1. Algemene Informatie

2. Rijm

3. Rijmschema's

4. Versregels en enjambement

5. Strofenbouw

6. Stijlfiguren

7. Beeldspraak: vergelijking en metafoor

THEORIE - STIJLFIGUREN

Stijlfiguren zijn manieren waarop een dichter kan spelen met taal. De ene dichter gebruikt veel stijlfiguren, de andere gebruikt er minder. Hieronder vind je de belangrijkste stijlfiguren op een rij:

Bij een vooropplaatsing (ook wel: inversie) zet een dichter een belangrijk woord vooraan in de zin, terwijl het niet per se nodig is dat het vooraan staat. Je kunt bijvoorbeeld lezen “Morgen gaan we naar de film” in plaats van “We gaan morgen naar de film”. 

Bij een tegenstelling (ook wel: antithese) zet je dingen tegenover elkaar, bijvoorbeeld: "Gisteren was ik heel moe, maar vandaag barst ik van de energie."

Bij een schijnbare tegenstelling (ook wel: paradox) schrijft een dichter iets op dat op een tegenstelling lijkt, maar het eigenlijk niet is. Er lijkt iets niet te kloppen, maar uiteindelijk klopt het wel; je moet er goed over nadenken. Bijvoorbeeld: "Door te zwijgen, vertelde hij mij heel veel."

Als je iets extra duidelijk maakt door te overdrijven, dan noemen we dit een overdrijving of hyperbool. "Ik sta al een eeuw op je te wachten!"

We spreken van een opsomming (of enumeratie) als je een aantal zaken achter elkaar noemt. Worden deze dingen steeds erger in graad, dan is er sprake van een climax: "briesje, wind, storm, orkaan."

We spreken van een eufemisme als je iets op een verzachtende manier zegt. Zo zeggen we wel eens van iemand die is overleden dat hij is heengegaan of ingeslapen.

Bij een understatement druk je je opzettelijk zwak uit, terwijl je het sterk bedoelt. Denk aan iemand die een negen voor een proefwerk haalt en zegt:  "Dat kan er wel mee door, hè?"

Bij een personificatie schrijven we menselijke eigenschappen toe aan dingen: "De wind fluistert in de bomen". Of: “Angst loerde om de hoek”. Met andere woorden: de dichter laat een ding iets doen dat normaal gesproken alleen door mensen wordt gedaan.