Poëzieweek

OPDRACHTEN

1. Opdracht 1

2. Opdracht 2

3. Opdracht 3

4. Opdracht 4

5. Opdracht 5

6. Opdracht 6

7. Opdracht 7

8. Opdracht 8

9. Opdracht 9

GEDICHT 3a

Dagboek

Ik schrijf een dagboek
aan mijn vriendin
Lieve Anne,
schrijf ik er boven
ik vertel aan Anne
iedere dag
en niemand die het
lezen mag.

Anne kon niet
zoals ik
vrij de lente ruiken
ze was pas twaalf
net als ik
toen ze moest onderduiken

Anne had Kitty
en ik heb Anne
vandaag schrijf ik haar:
Lieve Anne,
de oorlog is afgelopen
al veertig jaar.

4 mei 1985

Uit: Thera Coppens, Trappen om vooruit te komen

 

GEDICHT 3b

Voor Anne F.

Lieve Anne,

Wat je schrijft is waar.
Grote mensen doen maar.
Laten bommen vallen,
pikken een land.
Vervuilen de lucht,
de zee en het strand.
Rijden te hard
en drinken te veel.
Gaan uit elkaar
of spelen toneel.
Maar ik heb een mooi visioen:
Eens...
Zullen wij het anders doen!

Je vriendin
Kitty

Uit: Theo Olthuis, Het geluid van vrede

OPDRACHT 3

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hield Anne Frank, die toen zat ondergedoken, een dagboek bij. Ze schreef aan een verzonnen vriendin: Kitty. Kort voor het einde van de oorlog kwam Anne Frank om in een concentratiekamp. Na de oorlog werd haar dagboek gepubliceerd onder de titel Het Achterhuis.

Lees “Dagboek” en “Voor Anne F.” en beantwoord de volgende vragen.

  1. In 'Dagboek' komen twee Annes voor. Wie zijn zij'?
  2. Waarom zou de dagboekschrijfster van nu aan Anne schrijven?
  3. Wat wil de schrijfster met het gedicht duidelijk maken?
  4. Wie schrijft in 'Voor Anne F.' aan wie?
  5. Wat is daar zo bijzonder aan?
  6. Leg uit dat 'Voor Anne F.' niet alleen over de oorlog gaat.
  7. Hoe wordt in dit gedicht over volwassenen gesproken? Ben jij het daarmee eens?
  8. Welk gedicht vind je het mooist? Waarom?