Poëzieweek

OPDRACHTEN

1. Opdracht 1

2. Opdracht 2

3. Opdracht 3

4. Opdracht 4

5. Opdracht 5

6. Opdracht 6

7. Opdracht 7

8. Opdracht 8

9. Opdracht 9

GEDICHT 8:

Stadgenoot

Hij is het licht vergeten
en het gras vergeten
en al die kleine levende kevertjes
en de smaak van water en het waaien

hij is de geur vergeten
van het hooi de grijze vacht van de schapen
de varens de omgelegde aardkluiten

zijn binnen is geen nest zijn buiten
geen buiten zijn tuin een vaas

hij is ook
de bliksem vergeten de rauwe
hagel op zijn voorhoofd

hij zegt niet: graan meel brood
hij ziet de vogels niet weggaan
en de sneeuw niet komen

hij zal bang en verongelijkt doodgaan

Uit: Jan G. Elburg, 'De vlag van de werkelijkheid'

OPDRACHT 8

Lees de theorie over stijlfiguren en beeldspraak nog eens goed door. Lees daarna het gedicht van Jan Elburg en beantwoord de vragen.

  1. Waarover gaat dit gedicht?
    (A) Over iemand die bang en ziek is en binnenkort zal doodgaan.
    (B) Over iemand die vergeetachtig is geworden en op sterven ligt.
    (C) Over stadsmensen die niets meer van de natuur weten en begrijpen.
    (D) Over mensen op het platteland die in de tuin werken en op de natuur letten.
  2. Welke herhaling speelt een belangrijke rol?
  3. Wat wordt bedoeld met de metafoor 'hij zegt niet: graan meel brood'?
  4. Geef een voorbeeld van een andere metafoor uit dit gedicht.
  5. Leg uit wat met de derde strofe wordt bedoeld.
  6. Welke vergelijking zit er in de derde strofe?
  7. Wat voor soort vergelijking is dat?
  8. Zit er in dit gedicht een eufemisme of een understatement? Licht je antwoord toe.
  9. Leg uit dat de laatste zin een conclusie bevat die gebaseerd is op de voorgaande strofen.
  10. Geef je mening over dit gedicht en licht die toe met beoordelingswoorden.